Rudy Gort beschrijft in zijn boek Lean Basis - fundament voor groei de herkomst van jidoka:
Kwaliteit inbouwen
Toen Sakichi Toyoda (1867-1930) eind negentiende eeuw opgroeide op het platteland, was het weven een belangrijke industrie. Knutselaar en uitvinder Sakichi leerde het timmermansambacht van zijn vader en gebruikte deze bekwaamheid om betere weefmachines te maken, die hij later motoriseerde. Aangezien onderdelen niet klant-en-klaar verkrijgbaar waren, moest hij de machine zelf proefondervindelijk werkend krijgen. Uiteindelijk werden zijn geautomatiseerde weefmachines zeer beroemd, vanwege een denkwijze die tot een slimmigheid leidde.
Het probleem van automatiseren is namelijk, dat wenneer er iets misgaat er al snel heel veel defecte producten gemaakt worden, die zich vervolgens opstapelen. Om dat te voorkomen ontwikkelde Sakici in 1896 een speicaal mechanisme om de weefmachine automatisch te stoppen zodra er een draadbreuk optrad. Zo werd voorkomen dat er fouten werden doorgegeven. Dit was tevens een bewustwordingssignaal dat er iets mis was (andon) en bij herhaling een grondige reden om de bronoorzaak op te sporen en maatregelen te nemen.
Deze denkwijze evolueerde naar een breder systeem dat één van de twee pijlers in Toyota's productiesysteem werd, genaamd, jidoka. In wezen betekent jidoka 'kwaliteit inbouwen in het proces', met technieken zoals poka-yoke ofwel ondoordringbaar voor fouten. Jidoka refereert tevens naar het dusdanig ontwerpen van processen en machines dat werknemers niet gebonden zijn aan de machine (autonomation), en daarmee vrijgemaakt zijn om waardetoevoegend werk te doen.
Van de verkoop van de patentrechten van zijn 'poka-yoke weefmachine' richtte Sakichi in 1937 de Toyota Motor Corporation op.
(...)
Sakichi zag dat de wereld veranderde. Auto's zouden de techniek van morgen worden, weefmachines de techniek van gisteren. Zijn zoon Kiichiro Toyoda (1894-1952) kreeg daarom de taak om de autobusiness op te bouwen. Hij leerde voor werktuigbouwkundig ingenieur - weliswaar op een universiteit, maar het vak leerde hij door te doen. De kennis van het maken van motoren kwam Kiichiro goed van pas. Hij bouwde voort op zijn vaders filosofie en managementaanpak, maar kwam ook met eigen innovaties. Hij bleef zich ontwikkelen en voerde in 1927 een productiemethode in op basis van een kettingtransportbaan naar de assemblagelijn van een textielfabriek. Zijn ideeën werden verder beïnvloed door een studiereis naar een Ford-fabriek in Michigan om de automobielindustrie te zien, en door Amerikaanse supermarkten betreffende het aanvullen van producten in de schappen wanneer ze verkocht waren.