Marcel van Assen beschrijft in zijn boek Handboek Lean management het Lean-instrument van de SIPOC:
SIPOC staat voor Suppliers - Input - Process - Output - Customers, en is een techniek om een hoofdproces en het hele speelveld op hoofdlijnen te beschrijven, waarbij ook de input, de output, de klant(en) en de leverancier(s) van dat proces beschreven worden:
-
Identificeer en benoem het hoofdproces.
-
Bepaal duidelijk het startpunt en het eindpunt van het proces.
-
Kijk voor het hele hoofdproces welke output en klanten hierbij betrokken zijn. Identificeer de eisen van alle output (gezien vanuit de klant).
-
Vertaal het hoofdproces in enkele (maximaal vijf) hoofdprocesstappen.
-
Identificeer voor het hoofdproces de (belangrijkste) input en leveranciers (suppliers).
-
Afronden van de SIPOC: evalueer alle informatie en verifieer of alle essentiële onderwerpen zijn benoemd.
Bij (5) geldt dat het in de praktijk steeds vaker voorkomt dat men voor elke processtap van een hoofdproces bepaalt wat de output is en wie de klanten zijn. In ieder geval dient de output bekeken te worden vanuit het oogpunt van de klant en moet er worden geïdentificeerd welke eisen klanten stellen aan de door hun verlangde output. Ook bij (6) geldt dat steeds vaker voor elke processtap wordt bepaald wat de input is en welke toeleveranciers daarvoor nodig zijn. Definieer waaraan de input precies moet voldoen. Let hierbij niet alleen op de eisen van de leveranciers, maar ook op die van de ontvanger die de input nodig heeft.