Marcel van Assen beschrijft in zijn boek Handboek Lean management het Lean-concept takttijd:
Takttijd [is] het ritme (tempo) van het proces waarin producten gemaakt moeten worden om precies aan de klantvraag te voldoen. De takttijd is een target-cyclustijd waarbinnen het werk bij elke schakel (operator, machine, station) in het proces moet worden uitgevoerd zodat - binnen een bepaalde productieperiode - precies wordt voldaan aan de klantvraag. De takttijd is derhalve gelijk aan de beschikbare productietijd gedeeld door het aantal te produceren eenheden (volgens de klantenwens):
takttijd = beschikbare productietijd / aantal te produceren eenheden
Het doel van een takttijd is het ontwerp van een proces, zodanig dat de productie-output is afgestemd op de klantvraag. Met de takttijd kan bepaald worden welke minimale hoeveelheid bedrijfsmiddelen (mankracht, gereedschap, machines) daarvoor nodig is. De takttijd is dan een ontwerptarget voor een efficiënt, evenwichtig proces. In operationele zin fungeert de takttijd als leidraad om de operatie op te sturen, als een metronoom om de taken, activiteiten en bewegingen in het proces te coördineren. Het werken in een vast ritme ondersteunt ook het visuele management.
Het denken in takttijden past vooral bij een productgeoriënteerde layout met unidirectionele flow (stroming), omdat het uitgaat van een vast procestempo in een bepaalde periode zodat de output precies gelijk aan de klantvraag is. Bij complexere processen en routeringen waarbij producten één of meerdere keren terugkeren in het proces, en bij een sterk wisselende klantvraag, is het bepalen van een takttijd minder eenvoudig of praktisch ondoenlijk.