In het artikel De 5 paradoxen die lean werken zo moeilijk maken beschrijft Rudy Gort de vijf ogenschijnlijke tegenstellingen die een succesvolle lean-transformatie in de weg kunnen staan:
(1) Sneller gaan door langzamer te gaan
We kennen lean onder andere van de korte doorlooptijden. Die snelheid ontstaat door aandacht te geven aan het proces. Aandacht die tijd kost. Dit geldt voor productie, waarbij je regelmatig een stopsignaal geeft om problemen te kunnen oplossen, maar ook voor projectmatig werken, waarbij vroegtijdig alternatieven worden onderzocht om tot de best mogelijke oplossing te komen. Veel mensen hebben moeite deze tijd erin te steken en zetten het liefste druk op de ketel, met een averechts effect.
(2) Stabiliteit versus continu verbeteren
Een van de pijlers van de Toyota Way is ‘continu verbeteren’, terwijl lean ook uitgaat van stabiliteit. Het punt is dat menigeen de instabiliteit van het systeem niet eerst aanpakt, waardoor elke verandering daarna het systeem alleen maar instabieler maakt. Ook hier willen we te snel en gaan we als een razende verspillingen elimineren, zonder iets aan de bronoorzaak te doen: het afvlakken van de pieken en dalen (heijunka) en het aanbrengen van een ritme. Als je ritme hebt, heb je stabiliteit, en ligt de weg naar continu verbeteren open.
(3) Standaardisatie versus creativiteit
Helaas wordt standaardisatie vaak gezien als killer van creativiteit. Dit terwijl heldere begrenzing juist nodig is om ruimte te scheppen voor vrijheid. Essentieel is echter hoe die begrenzing tot stand komt. En een standaard mag niet in beton gegoten zijn, want dat blokkeert de vooruitgang. Wat dat betreft is lean werken te vergelijken met een dans. Je moet eerst de basispasjes leren en pas als je die totaal beheerst komt de vrijheid om er in stijl een eigen draai aan te geven. Vaak hebben we het geduld niet om de basis te leren, we doen het liefst alvast ons eigen ding (en komen dan dus nooit echt vooruit).
(4) Veeleisend zijn, maar wel met respect
Lean werken is veeleisend. Een doelstelling van 30% minder materiaalverbruik? Liever dan 5% reductie. Zo'n scherp doel is echter niet om dwingend te zijn, maar omdat zo’n hoge doelstelling een meer holistische benadering van het probleem vergt. Om continu te verbeteren, is het goed om een uitdagend doel te stellen. Maar belangrijk is dat dit altijd met ‘respect voor mensen’ gebeurt, de tweede pijler van de Toyota Way. De uitdaging wordt dus niet over de schutting gegooid, maar in overleg en met de nodige hulp gesteld. Anders krijgt lean meteen de negatieve connotatie mean met zich mee. En dat is niet de bedoeling.
(5) Aandacht voor kwaliteit versus lagere kosten
We denken meestal dat kwaliteit duur is, en dat snelheid ten koste gaat van de kwaliteit en/of is duurder. Deze zogenaamde iron triangle houdt misschien stand in een traditionele manier van werken, maar met lean wordt deze driehoek juist doorbroken, zo is de bedoeling. Door in zo klein mogelijke batches te werken wordt niet alleen de totale doorlooptijd korter en gaat de prijs omlaag, maar ook gaat de kwaliteit omhoog, omdat problemen makkelijker af te vangen zijn.
Omarm tegenstellingen als een way of life
Van nature willen we kiezen: of voor het één, of voor het ander. Maar het is juist vaak de kunst iets zo te maken dat het voldoet aan beide voorwaarden. Voor een moderne organisatie zijn optimalisatie en innovatie de extremen die beide omarmd en overstegen moeten worden. En dit kan met lean.
Bron: De 5 paradoxen die lean werken zo moeilijk maken (02/112015), Rudy Gort