Het visgraatmodel illustreert een eenvoudige benadering om oorzaken systematisch te identificeren. Het diagram is een hulpmiddel om op een gestructureerde manier te brainstormen met een groep mensen. Zo worden alle mogelijke oorzaken die de leden van de groep te binnen schieten op papier gezet en later gegroepeerd. De figuur bestaat uit een hoofdpijl die van links naar rechts wijst, naar [datgene waarvan de oorzaak] wordt onderzocht. Op deze primaire lijn, komen zes secundaire lijnen uit: Management, Mens, Machine, Methoden, Materiaal en Milieu.
Het visgraatmodel, ontwikkeld door Ishikawa, komt oorspronkelijk uit de kwaliteitsbeheersing. (...) Het diagram bestaat uit een hoofdpijl die van links naar rechts wijst, naar [datgene waarvoor een oorzaak wordt gezocht]. Op deze hoofdlijn, de primaire lijn, komen zes secundaire lijnen uit: drie vanaf de bovenzijde en drie vanaf de onderzijde. Deze zes lijnen vertegenwoordigen de zes hoofdfactoren die volgens het visgraatdiagram aan [het resultaat] kunnen bijdragen:
-
Management: onder 'Management' valt alles wat te maken heeft met plannen, organiseren, leidinggeven en bijsturen.
-
Mens: bij 'Mens' gaat het om de fysieke en psychische eigenschappen, motivatie, en opleiding van de betrokkenen.
-
Machine: 'Machine' heeft betrekking op het ontwerp, de uitvoering en het onderhoud van materieel (installaties, hulpmiddelen, voertuigen).
-
Methoden: met 'Methoden' wordt gedoeld op de werkbaarheid, actualiteit en juistheid van handelingsmethoden en voorschriften.
-
Materiaal: onder 'Materiaal' komen de fysische en chemische eigenschappen van alle relevante producten en materialen aan de orde.
-
Milieu: 'Milieu' heeft betrekking op de energiestromen, de maatschappelijke aspecten van de omgeving, en de fysische kenmerken van de omgeving zoals temperatuur, verlichting en vochtigheidsgraad.
De analyse met behulp van een visgraatdiagram verloopt in een aantal stappen.
-
Beschrijf datgene waarvan je de oorzaak wilt onderzoeken aan de rechterkant van de primaire lijn.
-
Plaats de gevonden feiten onder één van de M's, met de directe oorzaken op de horizontale tertiaire lijn en de basisoorzaken op de quartaire lijn.
-
Bekijk of er voor alle gevonden feiten (directe oorzaken) nog meer basisoorzaken zijn te bedenken..
-
Plaats de voorstellen tot verbetering in het diagram.
Hoewel het uitgangspunt is om van rechts naar links te werken, maakt het niet uit of de tertaire (horizontale) pijlen van rechts naar links of van links naar rechts op de secundaire pijl uitkomen.
Bron: Modellen voor veiligheid professionals, Walter Waard & Ermin de Koning