John le Carré stelde al dat 'een bureau een gevaarlijk plek is om van hieruit de wereld te bekijken'. Ben Tiggelaar bepleit in zijn NRC-column dat het voor managers cruciaal is om de dagelijkse realiteit van de werkvloer écht te begrijpen.
In het recent verschenen boek Six simple rules. How to manage complexity without getting complicated [stellen] topadviseurs Yves Morieux en Peter Tollman ... “Als managers niet begrijpen wat mensen werkelijk doen, dan begrijpen ze niet waarom hun organisatie de prestaties (of wanprestaties) levert die het doet.”
Morieux en Tollman beschrijven hoe veel managers het werk nodeloos complex maken door gebrek aan gevoel voor de dagelijkse realiteit. Laat de kwaliteit te wensen over? Dan wordt er een kwaliteitsproject gestart of zelfs een afdeling voor opgericht. Zijn klanten niet tevreden? Dan komt er een nieuw beloningsprogramma dat medewerkers moet motiveren.
Zo ontstaat een labyrint van processen, systemen, metingen, functies en afdelingen die allemaal als doel hebben om het dagelijkse gedrag van de medewerker te besturen. Maar waarom die medewerker doet wat hij doet in de dagelijkse werksituaties waarin hij verkeert, binnen welke mogelijkheden en beperkingen hij zijn taken verricht, daar heeft degene die de beslissingen neemt eigenlijk geen beeld en geluid bij.
Volgens Morieux en Tollman is de echte basis voor het realiseren van concurrentievoordelen, het inzicht dat managers hebben in wat er écht gebeurt in hun organisaties. Mocht je toevallig manager zijn, dan zou ik deze zin uitknippen en boven mijn bureau hangen.
Bron: De schijnwerkelijkheid van topmanagers, Ben Tiggelaar (column op www.nrc.nl, 28 april 2014)