In de Measure-fase is het cruciaal om voor elke kritieke klanteis (CTQ) een meetwaarde te definiëren die een goede indicator van in welke mate aan deze eis is voldaan. Op deze manier leg je een directe koppeling tussen de output van het proces en de eisen en wensen van de klant. Concreet betekent dit dat je CTQ's vertaald naar Kritische Prestatie-indicatoren (KPI's). Een KPI is een meting die de prestatie van een proces weergeeft.
De term KPI is een generieke term binnen het vakgebied van procesmanagement, maar binnen de context van Lean Six Sigma moet in een KPI altijd de stem van de klant (Voice of the Customer) door klinken. De klantgedreven KPI's betreffen dus altijd meeteenheden voor de procesoutput die doorslaggevend zijn voor de klanttevredenheid. Om die reden worden deze KPI's ook wel primaire metrieken (primary metrics) genoemd.
De CTQ's vormen de basis voor de procesmetingen. In een zogenaamde meetmatrix wordt voor elk van de CTQ's aangegeven welke outputmetingen hierbij van belang zijn. Het opstellen van een meetmatrix moet zeker stellen dat de kritieke klanteisen vertaald zijn naar metingen van de output van het proces. In de meetmatrix wordt voor elke CTQ minimaal één relevante meetwaarde gedefinieerd. Hierbij is het zaak de relatie tussen de CTQ en de meetwaarde te evalueren in termen van 'sterk', 'matig', 'zwak' en 'geen'.
Zodra duidelijk is welke outputmetingen gebruikt zullen worden, kan een dataverzamelplan worden opgesteld. Omdat de metingen en gegevens zijn zo goed als het proces dat gebruikt is om ze te verzamelen, is het ook zaak om de betrouwbaarheid van gegevens te borgen door het uitvoeren van een meetsysteemanalyse (MSA).
Bron: Lean Six Sigma voor dummies, John Morgan, Martin Brenig-Jones,