Om de verdeling over categorische variabelen samen te vatten wordt vaak gebruik gemaakt van een staafdiagram of een taartpuntdiagram.
Een staafdiagram is sterk vergelijkbaar met een histogram. In een staafdiagram laten we wat ruimte tussen te balkjes in plaats van ze aan elkaar te laten aansluiten.
De volgorde van de categorieën in een staafdiagram is afhankelijk van het soort categorische variabele.
- Bij een nominale variabele zijn twee werkwijzen in trek: het alfabetisch rangschikken van de categorieën of het rangschikken in aflopende orde naargelang de frequentie. De laatste werkwijze geeft meteen meer informatie mee aangezien de lezer van de grafiek in één oogopslag een idee krijgt van welke categorieën het meest voorkomen in de data en welke minder.
- Bij een ordinale variabele, worden de categorieën gerangschikt volgens de logische volgorde die in de variabele zelf zit.
Een staafdiagram (eng. barchart) vat de uitkomsten op een discrete variabele grafisch samen.
In een staafdiagram staan op de horizontale as de waarden van de variabele. De hoogte van de staaf komt overeen met de frequentie of de proportie (of het percentage) van de bijbehorende waarde. Om aan te geven dat er tussen twee discrete waarden geen andere waarden mogelijk zijn raken de staven elkaar niet.
Een staafdiagram is, evenals een cirkeldiagram en een reepdiagram, geschikt voor discrete variabelen met een beperkt aantal verschillende waarden. Als het aantal staven te groot wordt neemt de overzichtelijkheid en daarmee de informatieve waarde af. De staven staan niet in een dwingende volgorde, daarom is het staafdiagram ook bruikbaar voor uitkomsten op nominaal meetniveau.
Een staafdiagram wordt onder dezelfde voorwaarden toegepast als een cirkeldiagram: laag meetniveau, het beschrijven van de verhouding tussen de verschillende categorieën, slechts enkele waarden. Zo kun je snel zien in welke categorie zich de meeste waarnemingen bevinden. Elke waarde wordt in de grafiek weergegeven door een aparte staaf.
Een eenvoudige manier om gegevens te presenteren, vinden we bij het staafdiagram. De lengte van een staaf (of kolom) komt overeen met het gemeten aantal. Er zijn diverse staafdiagrammen mogelijk (horizontaal, verticaal, stapeldiagram). Bij een staafdiagram worden de staven of kolommen doorgaans los van elkaar (niet aaneensluitend) getekend.
Bron:
- Openleerpakket beschrijvende statistiek, Sven De Maeyer, Dimokritos Kavadias
- Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs, Nel Verhoeven
- Statistiek om mee te werken, Arie Buys