In Het wiskundeboek wordt het volgende gezegd over de normale verdeling:
"In 1733 beschreef de Franse wiskundige Abraham de Moivre als eerste de normale verdeling. (...) De normale verdeling - ook wel de Gaussverdeling genoemd, naar Carl Friedrich Gauss die de kromme later bestudeerde - beschrijft een belangrijke continue kansverdeling die wordt toegepast in talloze gebieden waar waarnemingen worden gedaan. ...
De normale verdeling wordt bepaald door twee belangrijke parameters, de gemiddelde afwijking en de standaardafwijking, die de spreiding van de gegevens in getallen uitdrukken. De grafiek van de normale verdeling wordt vaak de klokkromme genoemd, vanwege de symmetrische klokvorm met hogere geconcentreerde waarden in het midden.
De Moivre onderzocht de normale verdeling tijdens zijn studie naar de benaderingen van de binomiale verdeling, die bijvoorbeeld optreedt in experimenten met kruis-of-muntworpen. Pierre-Simon Laplace gebruikte de verdeling in 1783 om meetfouten te bestuderen. Gauss paste de verdeling in 1809 toe om astronomische data te bestuderen.
De antropoloog Sir Francis Galton schreef over de normale verdeling: "Ik ken weinig andere dingen die zo tot de verbeelding spreken als de wonderbaarlijke vorm van kosmische orde die wordt uitgedrukt in de 'normale verdeling'. Als de Grieken hem haden gekend, zouden ze hem verpersoonlijkt en vereerd. Hij heerst met kalmte en bescheidenheid in de grote verwarring.'
Bron: Het wiskundeboek, Clifford A. Pickover