Bas van der Raadt (ea) onderzochten in 2002 door het interviewen van 41 architecten en managers van verschillende bedrijven de stand van zaken rond (het denken over) architectuur:
Eind 2002 bezochten studenten informatica en bedrijfsinformatica van de Vrije Universiteit een aantal managers en architecten in verschillende organisaties. In totaal bezochten zij 41 personen uit 27 bedrijven. Aan de hand van een door de studenten opgestelde vragenlijst werd geprobeerd een antwoord te verkrijgen op de vraag wat de stand van zaken is rond architectuur in Nederland.
(...)
Architectuur is een omvangrijk onderwerp; er is veel discussie over de precieze definitie en reikwijdte van dit begrip, zoals is gebleken uit de afgenomen interviews. We doen daarom geen
poging tot het geven van een definitie maar richten ons op het beschrijven van de belangrijkste kenmerken die naar voren zijn gekomen in de interviews.
(...)
In grote lijnen heeft architectuur drie hoofdkenmerken. Het is een:
-
Abstractiemiddel.
-
Communicatiemiddel.
-
Managementinstrument.
Abstractiemiddel
Grote bedrijven met een intensief gebruik van informatiesystemen hebben moeite een overzichtelijk beeld te krijgen van hun complexe interne en externe situatie. Als abstractiemiddel werkt architectuur mee aan het structureren van een bedrijf, door haar weer te geven in beschrijvingen en modellen. Door de zo bereikte reductie in complexiteit, is het mogelijk de bedrijfsonderdelen en bijbehorende informatiesystemen beter op elkaar te doen aansluiten en met elkaar te laten samenwerken. Zoals een van de geïnterviewden het uitdrukt: ‘Architectuur gaat dus over het eenvoudig maken, fundamenteel simpeler dan wij op dit moment in staat zijn.’ Architectuur richt zich op het abstraheren van drie aspecten:
1. de bedrijfssituatie (businessarchitectuur)
2. de informatiesystemen die deze dienen te ondersteunen (it-architectuur) en
3. de afstemming hiertussen (alignment).
Communicatiemiddel
Uit de interviews blijkt dat alignment van bedrijfsvoering en ict een belangrijk onderwerp is voor het succesvolle gebruik van informatie-technologie voor bedrijfsdoeleinden. Deze alignment is erg afhankelijk van de mate waarin verschillende partijen, vooral technici en bedrijfskundigen, met elkaar kunnen communiceren, zodat zij hun ideeën, wensen en eisen op elkaar kunnen afstemmen. Architectuur bevordert deze communicatie en speelt daarom een belangrijke rol in alignment. Met behulp van architectuurmodellen en -beschrijvingen kunnen partijen makkelijker communiceren en afspraken maken voor het ontwikkelen van informatiesystemen. ‘Als communicatiemiddel zorgen de verschillende architectuurmodellen voor een gemeenschappelijk referentiekader. Ook gebruikt iedereen dezelfde woorden en definities’, aldus een geïnterviewde. Hierdoor heeft iedereen duidelijkheid over wat er moet gebeuren en wat er verwacht kan worden van het uiteindelijke resultaat. Niemand komt dus meer voor verrassingen te staan.
Managementinstrument
Vaak ontbreekt het bij een bedrijf aan een gezamenlijk richtpunt om te komen tot een gewenste situatie van de informatievoorziening. Architectuur biedt dit gezamenlijke richtpunt. Het is echter wel van belang dat iedereen zich houdt aan deze architectuur. De uitvoering vereist een duidelijke controle en planning. Architectuur zorgt hiervoor door het geven van een planning voor het uitvoeren van it-projecten. Ook voorziet architectuur in controlemethoden om erop toe te zien dat de uitvoering verloopt zoals van tevoren is vastgelegd. Dit blijkt in praktijk niet altijd even makkelijk: ‘De projecten hebben allemaal de neiging om snel te implementeren en hun resultaat te halen, waardoor het gemeenschappelijke totaalplaatje van de architectuur uit het oog wordt verloren.’
Het ontwikkelproces van softwaresystemen verloopt in de praktijk vaak niet erg gestructureerd en efficiënt. Er ontstaan veel problemen. Daarom is er behoefte aan houvast en structuur,
maar ook aan hergebruik van kennis. Architectuurregels en -richtlijnen geven structuur en houvast. Beheer van architectuurkennis maakt het mogelijk kennis te hergebruiken. Op deze manier
werkt architectuur ook mee aan het verbeteren en structureren van het ontwikkelproces.
Beschrijvend of voorschrijvend
Er is in de interviews verwarring over de vraag of architectuur beschrijvend of voorschrijvend moet werken. Zijn het regels en richtlijnen, die aangeven hoe iets moet worden ontwikkeld, of is het een beschrijving van wat er moet worden ontwikkeld? Een andere opvallende constatering uit de interviews is dat het op één lijn brengen van business en it als een belangrijk onderwerp wordt gezien. De manier waarop deze ‘alignment’ echter ingevuld en gerealiseerd moet worden, is niet duidelijk voor het overgrote deel van de geïnterviewden.