Het object van functioneel beheer is de (functionaliteit van de) informatievoorziening. Deze functionaliteit kun je gecontroleerd wijzigen via een vooraf afgestemd, zorgvuldig uitgevoerd wijzigingsproces. Je kunt ook hap-snap de functionele motorkap opengooien en - on-the-fly - gaan sleutelen.
In bovenstaande figuur zijn twee varianten van het sleutelen aan de informatievoorziening beschreven. In het eerste geval blijft de functionaliteit van de informatievoorziening ongewijzigd (bijv. het aanpassen van een parameter). In het tweede geval verandert de functionaliteit van de informatievoorziening wél. Voor deze functionele wijzigingen zijn binnen BiSL best practices beschreven in het procescluster Functionaliteitenbeheer en de processen Wijzigingenbeheer en Transitie.