Martijn Buurman stelt in een artikel in Computable dat de term 'Functioneel applicatiebeheerder' feitelijk niet klopt. Hij baseert deze mening op de definities van functioneel beheer en applicatiebeheer (uit het boek 'Functioneel Beheer' van Kees Ruigrok en Ernst Bosschers)
Functioneel beheer is verantwoordelijk voor het tegen aanvaardbare kosten en kwaliteit in stand houden van de gewenste informatievoorziening ten behoeve van de gebruikersorganisatie tijdens de gehele levenscyclus van informatiesystemen.
Applicatiebeheer is verantwoordelijk voor het tegen overeengekomen kosten en kwaliteit in stand houden en onderhouden van de bedrijfsapplicaties en de bijbehorende gegevensverzamelingen tijdens de gehele levenscyclus van de informatiesystemen.
Buurman stelt dat het wezenlijke verschil tussen de applicatiebeheerder en functioneel beheerder is dat de applicatiebeheerder zich niet bezig moet houden met de inhoud van de gegevensverzamelingen, zolang ze maar beschikbaar zijn voor de business. De functioneel beheerder daarentegen heeft juist als doel middels bepaalde functionaliteiten de juiste informatie aan te bieden aan de business. Dit leidt tot de conclusies dat deze 'twee doelstellingen niet op één plek of bij één persoon neergelegd kunnen en mogen worden'. Buurman illustreert dit treffend met metafoor van een bakker die zou bepalen wat je op je brood smeert.
De kern van het betoog van Buurman is dat functioneel beheer en applicatiebeheer verschillen in qua verantwoordelijkheid en dus gescheiden moeten worden. In de reacties wordt dit afgedaan als (te) theoretisch.
In één reactie wordt gewezen op het feit dat NGI wél (in "Functies in de Informatica") de functie "Functioneel applicatiebeheerder" onderkent, waarbij deze als volgt wordt gedefinieerd: "De Functioneel Applicatiebeheerder is primair ervoor verantwoordelijk dat functionaliteit van een applicatie aan de eisen en wensen van de gebruikers blijft voldoen en dat deze functionaliteit consistent blijft. De Functioneel Applicatiebeheerder werkt nauw samen met de Gebruiksbeheerder die primair voorstellen voor wijzigingen opstelt. Functioneel Applicatiebeheerder stuurt de realisatie van wijzigingen aan en implementeert in overleg met de gebruikers de nieuwe versie van het systeem. Soms is de Functioneel Applicatiebeheerder ook een vraagbaak van gebruikers en lost (in de 2e-lijn: incidenten en structurele) problemen op. Deze functie komt in vele organisaties voor. ..."
Een andere reactie ondersteunt de stelling van Buurman door te wijzen op het feit dat binnen het IT-beheer van informatiesystemen drie verschillende niveaus:
- Technische infrastructuur (ITIL)
- Applicatie niveau, Technisch; ook wel applicatiebeheer genoemd (ASL)
- Applicatie niveau, Functioneel; ook wel functioneel beheer genoemd (BiSL)
De eerste twee niveaus maken deel uit van de IT-beheerorganisatie, terwijl functioneel beheer deel uitmaakt van de gebruikersorganisatie (of op zijn minst deze vertegenwoordigt!).
Het feit dat dergelijke discussies nog levend gevoerd kunnen en moeten worden, verraadt mi vooral de onvolwassenheid van beide vakgebieden.