Mensen en organisaties moeten voldoende weten om naar behoren te functioneren. Om die reden zoeken zij naar gegevens die voor hen informatie zijn, gewoon om te kunnen weten. IT is daarbij een hulpmiddel, feitelijk een kostenpost. Die kosten worden, tot op zekere hoogte, geaccepteerd omdat technologie goede hulp kan bieden bij de zoektocht en ervoor kan zorgen dat mensen (en organisaties) op het juiste moment op de juiste plaats van de juiste informatie worden voorzien. (...) [De toegevoegde waarde van een administratieve IT-applicatie] zit .. niet in de technologie, maar in de informatie waar die applicatie 'iets' mee doet. Daarom is er geen reden om in administratieve IT-applicaties te investeren als zo'n toepassing op de een of andere manier een mens of organisatie op een gewenste manier van de informatie voorziet die toevoegt aan wat men al heeft. Op die manier ontstaat een echte reden om te investeren in werkende servers, laptops, tablets, smartphones enzovoort. Daarom is informatie (naast arbeid, natuur/grondstof en kapitaal(goederen) de vierde strategische productiefactor van organisaties, terwijl IT-technologie een kapitaalgoed (3e productiefactor) is.
Deze constatering verandert veel in de manier waarop organisaties denken over en werken met hun IT. IT is geen tovermiddel het is een vaak zeer complex hulpmiddel. Zeker als het om administratieve IT-applicaties gaat, zullen we steeds wel heel goed moeten weten waarom we IT eigenlijk nodig hebben, gewoon omdat het, vooral ook, een kostbaar hulpmiddel is. Kostbaar niet alleen omdat technologie duur kan zijn, maar vooral ook omdat de juiste menskracht (arbeid) nodig is om IT bruikbaar te maken en te houden duur is. Terecht is juist de menskracht belangrijker dan de IT zelf, het is immers de mens die de technologie beschikbaar moet maken en houden.
Bron: Informatie en informatiepositie (Steven van 't Veld), in: State of the art architectuur 2012, Frank Baldinger en Daan Rijsenbrij