In NRC (22/03/2008) geeft André de Waal zijn visie op prestatiebeloning:
Het blijft me mateloos verwonderen dat bestuurders telkenmale uit armoede, uit gebrek aan creativiteit, naar het wapen van de prestatiebeloning grijpen om mensen te motiveren betere resultaten te halen.
Nu weer in het onderwijs, waar minister Plasterk (NRC Handelsblad, 17 maart) denkt met behulp van bonussen de leraren beter te laten presteren. Niet alleen is al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw (!) bekend dat een prestatiebeloning een dissatisfier is (je vindt het normaal dat je een bonus krijgt maar bent ontevreden als je hem niet ontvangt), een prestatiebeloning is ook een immense belediging voor degene die deze zou moeten ontvangen. Immers, we zeggen hiermee als management dat wij denken dat een medewerker niet vooruit te branden is totdat we er extra geld tegenaan smijten.
Dit alleen al maakt een bonus niet effectief. Beter is om leraren een goed salaris te geven waarmee we zeggen dat we hem betalen voor de waarde van zijn inzet, en het extra geld niet te gebruiken voor een prestatiebeloning maar voor trainingen, studiereizen, organiseren van conferenties en dergelijke. Dit zal een hoop gesteggel schelen over de objectiviteit van de beloningscriteria (wat een illusie is), het plezier van leraren in hun werk verhogen, en de algehele kwaliteit van het onderwijs veel sneller doen stijgen.
Bron: Prestatiebeloning is een teken van armoede, André de Waal