[Pascal Dennis pleit voor] standaards die anders zijn dan de traditionele standaards: complex, abstract en onveranderlijk. Standaards moeten juist eenvoudig,e, concrete en veranderbare instrumenten - beelden van 'wat er zou moeten gebeuren'. We beseffen dat de beste manier niet bestaat. Standaards veranderen op het moment dat we betere manieren vinden om het werk te doen. Bovendien betrekken we onze teamleden en teamleiders graag bij de ontwikkeling van onze standaards - zij kennen de werkzaamheden het best.
(...)
Bij strategy deployment is het plan de standaard. Een afwijking van een verwacht resultaat in het actieplan is dus een probleem dat moet worden opgelost.
Volgens Dennis zijn er bij standaarden vijf 'capaciteitsniveaus' te onderscheiden:
-
Niveau 0: Geen standaards; elke dag is een sprong in het diepe, en we hopen er maar het beste van.
-
Niveau 1: Er zijn standaards, maar niemand houdt zich eraan; de standaards kunnen in een ringband zitten of op een boekenplan staan, in een complexe productspecificatie zijn verwerkt of zelfs bij de lopende band hangen, maar ze worden gewoon niet nageleefd.
-
Niveau 2: Er zijn standaards, en men houdt zich er vaak aan; teamleden zijn betrokken bij de ontwikkeling van standaards, maar in de praktijk worden ze niet altijd even consistent nageleefd.
-
Niveau 3: Er zijn standaards, en men houdt zich eraan; als er een afwijking is, hanteert iedereen een gemeenschappelijke en gestandaardiseerde methode voor probleemoplossing.
-
Niveau 4: Evolutionair leren en beheersing van een groot aantal instrumenten, technieken en filosofieën die ontwikkeld zijn dankzij jaren van oefening en reflectie. Zulle beheersing bevordert de creatieve toestand die sommigen 'onbewuste competentie' noemen.