In de algemene ontwerptheorie wordt een veelheid van optieken gebruikt om het ontwerpproces te begrijpen. Ondanks een grote verscheidenheid van ideëen en benaderingen zijn in de kern van ieder ontwerpproces drie fasen te herkennen (Jones, 1992):
(1) divergeren: probleemduiding, ontwerpvraagstuk bekijken vanuit alle mogelijke kanten. Zoveel mogelijk kennisbronnen aanboren en gebruik voor het verkrijgen van een zo groot mogelijk inzicht.
(2) transformeren: speelse zoektocht naar een patroon in de bij (1) gevonden diversiteit. Vermengen van creativiteit, inspiratie, inschatting en inzicht.
(3) convergeren: spectrum aan mogelijke oplossingen wordt steeds smaller en convergeert uiteindelijk in een punt: de ontwerpbeslissing
Bron: Een organisatie van vlees en steen (2009), Mark Mobach