Michael Porter maakt onderscheid tussen drie generieke strategieën op basis waarvan een onderneming een concurrentievoordeel kan behalen in de markt.
-
Kostleiderschap (Cost leadership): nastreven van kostenvoordeel; leveren standaard producten tegen lagere prijzen dan de concurrentie (efficiënt productieproces).
-
Differentiatie (Differentiation): leveren van producten die onderscheidende eigenschappen bezitten en de klant meerwaarde opleveren. De onderneming moet zich onderscheiden van de concurrentie door het leveren van maatwerk, het bieden van een hogere kwaliteit en innovatie of een betere service.
-
Focus: jezelf richten op een bepaald segment in de bedrijfstak; binnen dat segment is de strategie gebaseerd op een kosten- of differentiatievoordeel.
Porter deelt de strategieën in naar twee dimensies: het strategisch voordeel dat een onderneming de afnemers wil bieden (prijs of specificiteit) en de mate van marktsegmentatie (gehele markt of niches) die de onderneming daarbij hanteert.