Ben Kuiken beschrijft in het boek De laatste manager de sterke hiërarchische organisatievorm als één van de symptomen van het feit dat 'organisatie zoals wij die kennen' hun langste tijd hebben gehad.
"Waarom slaagt het grootste geavanceerde leger ter wereld er maar niet in om een stel bandieten op te sporen en te elimineren? Een leger dat de beschikking heeft over de modernste spionageapparatuur en de krachtigste wapens." De kracht van losse, terroristische groeperingen is haar decentrale karakter. Als decentraal netwerk van losse terroristische cellen is vrijwel ongrijpbaar voor het sterk centraal en hiëarchisch georganiseerde Amerikaanse leger.
Kuiken refereert in dit verband aan Ori Brafman en Rod Beckstrom's metafoor van de spin en de zeester (beschreven in het boek The spider and the starfish): "In tegenstelling tot de meeste dieren heeft de zeester geen hoofd, geen centrum waar alle beslissingen worden genomen en van waaruit de poten worden aangestuurd. Sterker nog: hak een poot af en hij groeit gewoon weer aan. Hak vier poten af en ze groeien allemaal weer aan. Een decentrale organisatie is met andere woorden veel minder kwetsbaar dan een centrale, want daar hoef je slechts op zoek te gaan naar het hoofd en je kunt haar onschadelijk maken."
Kuiken citeert Sergio Marchionne (Fiat) die stelt dat 'Een sterke gezagstructuur is voor een bedrijf is als cholesterol in de aderen'. Een belangrijk nadeel van een centraal aangestuurde organisatie ten opzichte van een decentraal netwerk is: de trage besluitvorming. "Elke vraag van de medewerker op de werkvloer moet langs de geëigende kanalen en door de verschillende lagen van managers naar de top, waarna de beslissing in omgekeerde richting langs dezelfde weg terug moet naar de werkvloer, zodat de medewerker weet wat hij moet doen. Omdat iedere middenmanager zijn positie waar zal willen maken, zal hij het niet kunnen laten om zijn 'plasje' te doen na een vraag en duidelijk maken wat hij ervan vindt. Zo slibben de aderen van de organisatie langzaam dicht."
Bron: De laatste manager, Ben Kuiken