Jan Vanthienen & Stijn Goedertier maken in hun artikel Bedrijfsregels voor conforme en flexibele bedrijfsprocessen onderscheid in vier soorten bedrijfsregels:
[Men] kan ... vier soorten bedrijfsregels identificeren: integriteitsbeperkingen, afleidingsregels, rechten en plichten en reactieregels. Elk van deze vier soorten speelt een belangrijke rol in het modelleren van bedrijfsprocessen.
(1) Integriteitsbeperkingen
Integriteitsbeperkingen leggen beperkingen op aan de domeinen van bedrijfsconcepten. In feite leiden integriteitsbeperkingen tot precondities voor specifieke activiteiten in bedrijfsprocessen en/of datavalidatieregels
voor de in een proces uitgewisselde data. In tegenstelling tot wat vaak gebeurt, mag de naleving van deze integriteitsregels in bedrijfsprocessen niet gemodelleerd worden als een stap in het bedrijfsproces. Integriteitsregels moeten autonome bedrijfsregels blijven. Bij uitvoering moet het informatiesysteem autonoom beslissen wanneer de naleving van een bepaalde integriteitsbeperking bewaakt moet worden. Figuur 3 illustreert bijvoorbeeld de vereenvoudiging die door te voeren is, wanneer de logica dat alleen klanten ouder dan 18 een order kunnen plaatsen uit het procesmodel gehaald wordt.
(2) Afleidingsregels
Afleidingsregels definiëren bedrijfsconcepten in termen van andere bedrijfsconcepten. De logica van afleidingen moet niet in BPMN gemodelleerd worden, maar is een geheel van autonome regels. Bij uitvoering moet het informatiesysteem beslissen wanneer de toepassing van een afleidingsregel aan de orde is. In vele BPM-producten bestaat nu reeds de mogelijkheid om afleidingsregels afleidingsregels afzonderlijk te modelleren en uit te voeren. Dit leidt tot meer flexibiliteit: de afleidingsregels veranderen vaker dan het onderliggend proces.
(3) Rechten en plichten van bedrijfsinterne en - externe actoren in een bedrijfsinteractie
De derde soort bedrijfsregels leggen de rechten en plichten vast van bedrijfsinterne en -externe actoren in een bedrijfsinteractie. Men kan aantonen dat deze rechten en plichten beperkingen opleggen aan de volgorde van activiteiten in een bedrijfsproces. Zo legt de volgende bedrijfsregel een partiële volgordebeperking op aan de taken aanvaarden, betalen en verzenden in het order-to-cash proces: “expeditie mag alleen goederen verzenden, wanneer het gerelateerde order officieel aanvaard en betaald is.” Van de zes mogelijke volgorden, zijn er volgens deze regel slechts twee toelaatbaar.
(4) Reactieregels
In procesmodellen bepalen reactieregels de reacties op gebeurtenissen binnen de keuzevrijheid van de eigen rechten en verplichtingen [2]. Daarnaast bepalen ze ook wat er moet gebeuren indien één van de business partners de verplichtingen niet nakomt of wanneer integriteitsregels met de voeten getreden worden. De volgende reactieregel, bijvoorbeeld, geldt vanuit het standpunt van de verkoper: “Wanneer de koper niet betaalt na 30 dagen, moet een bericht “nalatigheid betaling” naar de kredietverzekeraar verstuurd worden.”
Bron: Bedrijfsregels voor conforme en flexibele bedrijfsprocessen, Stijn Goedertier & Jan Vanthienen