Erik Deen en Mariël Rondeel wijzen in hun boek Opleidingskunde - leren in het werk, rond het werk, voor het werk op het verschil tussen reproductieve en productieve vaardigheden:
Leerdoelen
We zijn ons ervan bewust dan men in het vakgebied van leren en opleiden regelmatig gebruikmaakt van leerdoelen. Verschillende soorten leerdoelen geven dan richting aan de leervormen die de ontwerpers gaan maken. In onze praktijk geven wij er de voorkeur aan om in plaats van leerdoelen, bekwaamheden als richtsnoer te nemen voor het ontwerpproces. Omdat we daarmee meer recht doen aan de verwevenheid van kennis, vaardigheden en houding binnen een bekwaamheid. Het zorgvuldig uiteenrafelen van bijvoorbeeld de kenniscomponent van een bekwaamheid in cognitieve leerdoelen en verschillende niveaus (denk aan de taxonomie van Bloom) heeft als risico dat die bekwaamheid uiteenvalt in zeer gedetailleerde deelaspecten die weinig betekenis hebben en het zicht vertroebelen op de complexiteit van wat geleerd moet worden. Op basis daarvan een leertraject ontwerpen heeft als valkuil dat leeractiviteiten te veel versnipperd raken. Het vakmanschap van de ontwerper bestaat er dus ook uit om de juiste balans te vinden tussen enerzijds het analyseren en uiteenrafelen van bekwaamheden en anderzijds het bewaken van het integrale karakter ervan.
(...)
Reproductieve en productieve vaardigheden
Het is dus zaak om als ontwerper de gevonden bekwaamheden niet te gedetailleerd uit te werken, want dat komt het ontwerp van een samenhangend traject niet ten goede. Dat neemt niet weg dat het wel behulpzaam kan zijn om vaardigheden als onderdeel van een bekwaamheid nader te bekijken. Een onderscheid in type vaardigheden dat ons helpt is dat tussen productieve en reproductief. Dit is een onderscheid dat Romizowski al lang geleden maakte en dat nog steeds behulpzaam is.
Reproductieve vaardigheden kennen een uitvoering die van tevoren is vastgesteld of verloopt via een standaardprocedure. Denk aan het veilig openen van de deur van een vliegtuig: daar zijn vaste richtlijnen voor waarvan je niet mag afwijken. Een vaardigheid is productief als je in een nieuwe situatie zelf moet uitzoeken hoe je adequaat kunt handelen. De manier waarop je dat moet doen, staat niet vast. Bij een productieve vaardigheid past iemand principes en strategieën toe, bij een reproductieve vaardigheid zijn dat procedures. Dit onderscheid in vaardigheden is relevant voor de ontwerper, omdat beide typen vaardigheden een andere leerstrategie vereisen.
(...)
Stel je als ontwerper vast dat de benodigde vaardigheden reproductief zijn, dan gaan interventies er anders uitzien dan voor productieve vaardigheden. In het eerste geval, waar werk volgens vastomlijnde procedures plaatsvindt, is er vooral instructie en veel oefening nodig via vaste leerstappen: voordoen, nadoen, veel directe feedback en strakke begeleiding. Als er productieve vaardigheden in het spel zijn, en er dus niet één standaardmanier van werken is, dan is de leerweg vooral gebaat bij zelf ontdekken: ga in veel verschillende situaties aan de slag om te leren hoe bepaalde principes toe te passen.
Een onderscheid tussen reproductieve en productieve vaardigheden is vooral voor 'intern' gebruik van ontwerpers en ontwikkelaars; het is niet iets om aan een opdrachtgever voor te leggen. Het onderscheid ondersteunt vooral de ontwerper bij de vormgeving van intern consistente leertrajecten.
Werkvormen bij reproductieve vaardigheden (Toepassen procedures) |
Werkvormen bij productieve vaardigheden (Toepassen principes & strategieë) |
|
Cognitieve vaardigheden Intellectuele vaardigheden zoals analyseren, besluitvorming, logisch denken |
Checken van juiste hoeveelheid toe te dienen medicatie |
Een actieve inbreng hebben in een multidisciplinair overleg |
Psychomotorische vaardigheden Lichamelijke vaardigheden zoals timmeren, opereren, besturen van bus, boetseren |
Inbrengen van een perifeer infuus |
Masseren van gevoelige spiergroepen bij patiënten die impact-trauma hebben |
Reactieve vaardigheden Reageren op mensen, gebeurtenissen, gevoelens, houding, mening, zelfbeheersing |
Werken volgens het hygiëneprotocol |
Op basis van klinisch redeneren beargumenteerd afwijken van protocol of richtlijn in een specifieke situatie |
Interactieve vaardigheden Interpersoonlijke vaardigheden zoals communiceren en samenwerken |
Regelen van thuiszorg bij ontslag patiënt uit ziekenhuis, met gebruik van een checklist |
Gesprek voeren met terminale patiënt en diens naasten over al of niet thuis doorbrengen van laatste levensweken |
Zie ook: Vaardigheden volgens Erik Deen & Mariël Rondeel
Bron: Opleidingskunde - leren in het werk, rond het werk, voor het werk, Erik Deen & Mariël Rondeel