Joseph Kessels en Cora Smit beschrijven in hun boek Opleidingskunde - een bedrijfsgerichte benadering van leerprocessen de critical-incidentsmethode voor het vaststellen van kritieke functie-eisen:
Critical Incidents
John C. Flanagan mag de uitvinder genoemd worden van de critical-incidentstechniek (Flanagan 1954)· Deze techniek is erop gericht kritieke functie-eisen vast te stellen. Kritieke functie-eisen zijn de gedragingen die cruciaal zijn bij het onderscheid tussen effectief en niet effectief vervullen van een functie. Kritieke momenten zijn fe iten, dat wil zeggen bepaald geobserveerd gedrag, die door experts in het vakgebied als effectief (gewenst) en niet effectief (ongewenst) geacht worden voor het bereiken van de vereiste resultaten.
Met de critical-incidentsmethode probeert de analist een antwoord te krijgen op de volgende vragen:
1. Welke attitude, waarden, kennis, vaardigheden en eigenschappen zijn essentieel voor een geslaagde taakuitvoering?
2 Welke leiden tot mislukken?
De critical-incidentstechniek is een kwalitatieve onderzoekstechniek. Deze techniek verschaft geen compleet beeld van een functie of taak. Ook hier zou men de wet van Pareto van toepassing kunnen verklaren: ca. 20% van de essentiële functieof taakbestanddelen bepalen voor ca. 80% het resultaat.
De critical-incidentstechniek is geschikt voor taken die gekenmerkt worden door een aantal essentiële cognitieve vaardigheden en attituden die ogenschijnlijk moeilijk te benoemen en te operationaliseren zijn. Deze techniek is niet geschikt en niet nodig voor routinematige taken, taken die sterk door procedures en regels bepaald zijn of voor taken met een voornamelijk psychomotorisch karakter.
Ligt in de focusgroepen het accent op het vaststellen welk gedrag kennelijk bijdraagt tot het succesvol vervullen van een functie of een taak, bij de critical-incidentstechniek ligt de nadruk op het onderzoek naar menselijke factoren die in concrete voorvallen tot succes of tot falen leiden. De groepsbesprekingen bij de critical-incidentstechniek leveren als bijproduct een schat aan materiaal voor gevalsbesprekingen, rollenspelen, simulaties en ander 'uit het leven gegrepen' lesmateriaal. .
Bron: Opleidingskunde - een bedrijfsgerichte benadering van leerprocessen, Joseph Kessels & Cora Smit