Binnen applicatiebeheer speelt de beschikbaarheid van een applicatie(onderdeel) een belangrijke rol. In ASL1 was een apart proces ingericht voor beschikbaarheidsbeheer (availability management). Binnen ASL2 is dit proces samengevoegd met het proces capaciteitsbeheer, met als nieuwe naam operationele ICT-sturing.
Betrouwbaarheid en beschikbaarheid van een applicatie zijn twee aspecten die binnen ASL nauw met elkaar zijn verweven. Het verschil is dat beschikbaarheid gaat over aanwezigheid en betrouwbaarheid over de juiste werking.
Beschikbaarheid wordt binnen ASL gedefinieerd als de mate waarin een applicatie of applicatieonderdeel in staat is om de functionaliteit te bieden op een bepaald moment of voor een bepaalde tijdsduur. Beschikbaarheidsbeheer heeft als doel het verzorgen, bewaken en waarborgen van de beschikbaarheid van diensten en applicatieobjecten.
Betrouwbaarheid betreft de mate waarin een object of dienst de overeengekomen of verwachte functionaliteit biedt, gedurende de aangegeven tijdsduur; oftewel, het vermogen om het prestatieniveau van een applicatie gedurende een vastgestelde periode te handhaven.
De beschikbaarheid van een applicatie heeft dus alles te maken met de aanwezigheid van de applicatie(objecten) of dienst voor de gebruiker op de werkplek. De betrouwbaarheid van een applicatie gaat over de juiste werking. Beschikbaarheid is een noodzakelijke voorwaarde voor betrouwbaarheid.
De kwaliteitsaspecten ‘beschikbaarheid’ en ‘betrouwbaarheid’ zijn overigens niet alleen van toepassing op applicaties, maar ook op de door applicatiebeheer geleverde dienstverlening.
De sleutelbegrippen als het gaat om beschikbaarheid zijn:
-
MTTF = Mean Time To Failure
-
MTBF = Mean Time Between Failure
-
MTTR = Mean Time To Repair
-
MTTD = Mean Time To Diagnose
MTBF heeft betrekking op de betrouwbaarheid van een applicatie.