Kernattributen in procesmodellering
Ongeacht de wijze van modelleren zijn de kernattributen van een procesmodel altijd gelijk. De basis wordt gevormd door de kleine blokjes van gegroepeerd werk: de activiteiten. Deze activiteiten zijn in een korte zin te betitelen, zoals ‘ontvang klant’. Andere voorkomende kernattributen zijn gebeurtenissen, waarvoor meestal de Engelse term events wordt gebruikt. Een event kan breed gezien worden als ‘alles wat tijdens het proces kan gebeuren dat van invloed is op dat proces’.
In een procedureel model zorgt een event voor een start of vertakking van een flow, in een declaratief model is een event een conditie voor een regel die van belang is voor de proces-uitvoering. Dit is een ander belangrijk verschil tussen de twee modelleerwijzen. Naast deze twee genoemde kernattributen ‘activiteit’ en ‘event’ is ook een overgang tussen deze elementen in het procesmodel nodig. In procedurele modellen is dat doorgaans een pijl die de directe fl ow, zijnde de volgordelijkheid, aangeeft en in declaratieve modellen zijn dat de proces-regels. Verder kent een procesmodel een vorm van beslissingen; in procedurele talen meestal weergegeven door een ruitvormige connector (gateway) tussen fl ow, in een declaratief model in de vorm van een beslissingsregel. Naast deze kernelementen bevatten de meeste talen de mogelijkheid om verschillende niveaus in een proces aan te geven met behulp van subprocessen. Deze talen bevatten dan een bouwblokje in de vorm van een activiteit die op zichzelf weer een procesbeschrijving is.