Rob Florijn, Manfred van Gurchom & Mike van der Meulen gebruiken in hun boek Kennis leren managen een gecombineerde definitie van kennis:
(1) Kennis is datgene wat nodig is om van gegevens informatie te maken
Kennis is datgene wat mensen in staat stelt om gegevens te kunnen interpreteren en om betekenis toe te kennen aan gegevens zodat informatie ontstaat. Kennis voedt het proces, waardoor gegevens veranderen in informatie. Kennis is over het algemeen toepasbaar in meerdere situaties voor een lange tijd (in tegenstelling tot informatie die toepasbaar is voor een bepaald onderwerp en op een specifiek moment).
(2) Kennis is datgene wat nodig is om informatie toe te kunnen passen
Kennis is ook datgene wat nodig is om informatie toe te kunnen passen. Kenssi is dan een complexiteitsniveau hoger dan informatie, kennis omvat dan zowel de informatie als de toepasbaarheid daarvan. En daarmee is kennis datgene wat mensen opbouwen op basis van de ontvangen informatie en hun ervaringen met het toepassen van deze informatie in de praktijk.
De beschreven definities sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan. In dit boek gaan we uit van een gecombineerde definitie. Kennis is zowel datgene waarmee gegevens kunnen worden geïnterpreteerd tot informatie als datgene wat nodig is om informatie toe te kunnen passen. Kennis is daarmee van een hoger complexiteitsniveau en omvat naast feiten en inzicht ook ervaringen, vaardigheden en attitudes.
In de gebruikte samengestelde definitie van kennis is vooral de afbakening van kennis ten opzichte van gegevens en informatie van groot belang.
Er is sprake van gegevens op het moment dat er gedefinieerde data of feiten zijn, die nog van betekenis moeten worden voorzien. Dit is het geval op het moment dat de nullen en de enen worden betiteld als een bitpatroon en de getallenreeks '0302895665' een telefoonnummer blijkt te zijn. De hoeveelheid gegevens die aan mensen ter beschikking staan is tegenwoordig enorm, denk daarbij maar eens aan de beschikbare gegevens op het Internet.
Gegevens zijn signalen die door de ontvanger nog geïnterpreteerd moeten worden. Er is sprake van informatie op het moment dat gegevens voor de ontvanger betekenis hebben gekregen. Het zijn bijdragen aan zijn wereldbeeld geworden. Informatie is daarmee persoonsgebonden. Het toekennen van betekenis aan gegevens gebeurt vaak door het vergelijken van gegevens met andere gegevens, door het normeren of door het plaatsen van gegevens in een bepaalde context. Informatie heeft dus toegevoegde waarde voor de ontvanger.
Als gegevens signalen zijn, dan is kennis het 'zendapparaat' dat ervoor zorgt dat de juiste gegevens bij een ontvanger komen, waardoor deze ze als informatie kan gebruiken. Tevens is kennis het 'weten wat de gevolgen zijn' van het gebruiken en toepassen van informatie.
(...)
Bij het toepassen van kennis worden gegevens en informatie ingezet om nieuwe uitspraken, voorspellingen of causale associaties aan te geven of om ( al dan niet intuïtieve) beslissingen te nemen over de wereld om ons heen en op basis daarvan actie te kunnen ondernemen. Bijvoorbeeld de voorspelling dat de kans dat het morgen in Nederland gaat regenen minder dan 20% is, vindt plaats op basis van meetgegevens over druk (verschillen), op basis van de informatie over de situering van hoge- en lage drukgebieden in Europa en op basis van de kennis over de verplaatsing van die hoge- en lage drukgebieden. Kennis is dus meer dan een abstract begrip; het is het proces waarin de interactie tussen en het gebruik van gegevens, informatie en kennis centraal staan.
Bron: Kennis leren managen, Rob Florijn, Manfred van Gurchom & Mike van der Meulen