Volgens Ton Wentink hebben processen de volgende 11 eigenschappen:
-
Processen zijn aaneengeschakelde activiteiten die waarde moeten toevoegen.
-
Er zijn aanwijsbare klanten waarop opeenvolgende activteiten zijn gericht; dit kunnen interne en/of externe klanten zijn.
-
Processen gaan over grenzen van afdelingen en hiƫrarchische lagen heen; er zijn vele interfaces waar het fout kan gaan.
-
Processen zijn meestal stukje-voor-stukje ontwikkeld zonder dat over een totaalontwerp is nagedacht.
-
Er zijn duidelijke grenzen, zodat we weten wat wel en niet tot het proces behoort; er is sprake van procesbereik.
-
Er zijn aanwijsbare relaties (interfaces) met andere processen.
-
Processen zijn beschreven en gedocumenteerd met procedures en instructies.
-
Er worden meetpunten vastgelegd om prestaties (productiviteit en kwaliteit) te meten.
-
Er is een vastgelegde doorlooptijd.
-
Op de een of andere manier is vastgelegd hoe veranderingen tot stand komen.
-
Voor elk proces is er iemand verantwoordelijk voor de prestatie: de zogenaamde 'proceseigenaar'.
Bron: Kwaliteitsmanagement, bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling, Ton Wentink