Tijdens de eerste cursusdag piramideschrijven niet heel veel geleerd. Er werd wél verwezen naar het boek De kracht van het piramideprincipe van Eline Janssen en Marita Hasselt. Het eerste hoofdstuk overtreft al mijn leerervaringen tot-nu-toe.
Piramideschrijven is een methode om te komen tot beknopte, heldere en overtuigende teksten. De kunst bestaat eruit te redeneren vanuit de behoefte van je lezer en vanuit de vragen die de hoofdboodschap bij hem of haar oproept. Door gebruik te maken van een vaste piramidestructuur, kom je tot kernachtige teksten waarbij de boodschap - letterlijk - voorop staat ("De lezer hoeft niet te zoeken naar de hoofdboodschap, maar krijgt deze direct gepresenteerd."). Barbara Minto ontwikkelde piramideschrijven rond 1980 voor McKinsey als structureringsmethode voor rapporten en schreef hierover het boek The Pyramid Principle, Logic in Writing and Thinking.
Piramideschrijvers stemmen hun tekst af op de leesbehoefte van hun doelgroep: de hoofdboodschap staat vooraan en wordt vervolgens toegelicht of onderbouwd waarbij uitgegaan wordt van de vragen van het lezerspubliek. De vaste piramidestructuren biedt niet alleen de lezer maar ook de schrijver houvast.
"Piramideschrijven is een manier van denken . Het draait om logische keuzes maken vóórdat u gaat schrijven. Die keuzes maakt u vanuit de situatie en behoeften van uw lezer, en vanuit uw doel. Zo voorkomt u dat u zich bij het schrijven te veel laat leiden door de inhoud waarover u schrijft.
Bij piramideschrijven werkt u vanuit de vragen van uw lezerspubliek. Deze vragen beantwoordt u eerst met de hoofdboodschap. Daarna werkt u uw boodschap uit met een toelichting, een onderbouwing of een nuancering. Het belangrijkste vertelt u eerst, steeds weer. Dit geldt op het niveau van het hoofdstuk, de paragraaf en de alinea.
Zo ontstaat een kernachtige en heldere tekstopzet, die aansluit op de behoefte van de lezer. Deze kan de tekst in een paar stappen scannen en heeft snel zicht op de hoofdboodschap. Vervolgens kan de lezer bepalen waarover hij meer wil weten. Daarvoor richt hij zijn aandacht op de uitwerking van de informatie onder een kopje en stopt hij wanneer hij genoeg weet, of overtuigd is. Op dit moment kan de lezer gemakkelijk terug naar de hoofdlijn."
Bij piramideschrijven volg je de onderstaande drie stappen:
-
Bepaal je startpunt: stel vast wat de context is van je tekst (publiek, doel, situatie, probleem, vraag en de hoofdboodschap). Als je publiek en je doel duidelijk zijn, breng je in kaart wat het vertrekpunt is van de boodschap. Stel de situatie bij je publiek vast, bepaal wat het probleem is in deze situatie en vertaal dit probleem vervolgens in een vraag. Het antwoord op die vraag is de hoofdboodschap van je tekst. De hoofdboodschap vormt de top van de piramide die je in de tweede stap gaat bouwen. Alle informatie die je verder geeft, moet deze hoofdboodschap ondersteunen.
-
Bouw een piramidestructuur: bedenk welke vragen je hoofdboodschap kan oproepen bij de lezer ("Kies het perspectief van de lezer."). Formuleer vervolgens het antwoord op deze vragen. Kijk of je de onderbouwingen en uitwerkingen zoveel mogelijk kunt ondersteunen door controleerbare zaken (feiten). Dat verhoogt de geloofwaardigheid en overtuigingskracht van je tekst.
-
Werk de piramidestructuur uit tot een tekst: bepaal de volgorde waarin je de vragen wil beantwoorden die de hoofdboodschap oproept. Werk deze volgorde uit tot een structuur voor de tekst. Schrijf vervolgens je tekst op basis van deze structuur.
Bron: De kracht van het piramideprincipe, Eline Janssen, Marita Hasselt-van Rijssen