Misschien word je niet dagelijks wakker met de vraag wat de juiste schrijf- en/of afkortingswijze is van namen van wetten. Hieronder - je weet maar nooit - een paar 'spelregels'.
De naam van een wet begint vaak met een hoofdletter (vaak de w van wet), zoals bijv. de 'Wet maatschappelijke ondersteuning'. In de jaren negentig is besloten alleen het eerste woord van de wetnaam met een hoofdletter te schrijven. Hiervoor kregen alle kernwoorden in de naam van een wet een hoofdletter. Aan de namen van oude(re) wetten is dat goed te zien: Algemene Ouderdomswet. Wetteksten bevatten overigens in het laatste artikel van een wet de zgn. citeertitel, dus de manier waarop de wet in andere publicaties genoemd moet worden.
Als het gaat om het afkorten van wetten was het lange tijd gebruikelijk, afkortingen die 'letter voor letter' worden uitgesproken met hoofdletters te schrijven: WMO, AOW. Langere afkortingen die als 'gewoon' woord worden uitgesproken, krijgen alleen een beginhoofdletter: Wajong ('Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten').
De afkorting met hoofdletters blijft volgens zowel het Witte Boekje als het Groene Boekje juist, maar er is sprake van een tendens op ministeries en bij ambtenaren en juristen, om een overdaad aan hoofdletters te vermijden en daarom bij álle wetsafkortingen alleen een beginhoofdletter te gebruiken: Wmo, Wro, Wm, etc. Deze andere schrijfwijze is er niet zomaar, maar vloeit voort uit een bepaling in de 'Aanwijzigingen voor de regelgeving' (Ar) over het formuleren van citeertitels van wetten (die bindende voorschriften bevat voor het opstellen van wetgeving). De afkorting Wmo volgt Ar 185, derde lid, dat luidt: "Slechts het eerste woord van een citeertitel wordt met een hoofdletter geschreven." De meeste wetten van na het not stand komen van de Aanwijzingen (in 1992) volgen deze lijn.
Doordat de schrijfwijze met alleen de eerste letter als hoofdletter is ingeburgerd onder ambtenaren, kan deze volgens het Groene Boekje ook gevolgd worden, volgens het zgn. donorprincipe: "De afgekorte namen van wetten, besluiten of overheidsplannen schrijven we met hoofdletters, ook als de uitgeschreven vorm geen hoofdletters bevat. (...) Als een andere schrijfwijze ingeburgerd is, bijvoorbeeld onder ambtenaren, dan geldt het donorprincipe."
http://www.onzetaal.nl/advies/wetten.php en Onze taal 2011, 7/8