De Leeuw omschrijft een probleem als het verschil tussen een feitelijke en een gewenste situatie: een probleem is een verschil tussen het bestaande (Ist) en het gewenste (Soll). Bij een probleem moet expliciet worden aangegeven welke actor het probleem heeft: de zgn. ‘probleemhebber’. Omdat een probleem persoonsgebonden is, heeft een probleem per definitie een subjectief karakter.
Het begrip ‘probleemeigenaar’ wordt (in managementliteratuur) vaak gebruikt om aan te geven wie geacht wordt (de opdracht heeft) het probleem op te lossen.
Een probleem is een situatie van subjectief onbehagen van een probleemhebber vermengd met de wens daaraan iets te doen. Dat gevoel van onbehagen ontstaat uit een samenspeel van drie factoren: doelstelling (de subjectieve wensen), perceptie (de werkelijkheid door de ogen van de probleemhebber) en realiteit.
Bron: Bedrijfskundig management (2000), A.C.J. de Leeuw